Opa Flodder

Opa is een gepensioneerd medewerker van de Nederlandse Spoorwegen. Hij is altijd gekleed in een stationschefuniform van de NS en zit in een rolstoel. Hij is gek van treinen en bezit veel speelgoed in de vorm van rails, wagons, elektrische locomotieven en andere accessoires. Opa zoekt dan ook regelmatig ontspanning bij een overweg om tot rust te komen. Hij kan niet meer praten en communiceert door middel van een conducteursfluitje en een seinbord.

De Flodders zien hem als vreemdeling, omdat ze niet echt zeker weten of hij wel familie is. Opa is ooit meegekomen met een tante en sindsdien is hij gebleven, maar hij wordt behandeld als een stuk vuilnis. Zo moet hij bijvoorbeeld eten proeven om te kijken of het nog vers is, dienen als wasrek of als proefkonijn bij de meest gevaarlijke testjes. Opa krijgt in de televisieserie ook een gouden medaille omdat hij de eerste stoomtreinstoker was van Nederland. Dit zou opa over de 150 jaar maken, omdat de eerste stoomtrein al in 1839 reed tussen Haarlem en Amsterdam. Ook heeft Opa flink gespaard: in zijn speelgoedtreintjes blijkt 825.000 gulden verstopt te zitten. Van dit geld kopen de Flodders in de eerste film het huis, waardoor de gemeente hen er niet meer uit kan zetten. Het huis wordt aan het eind van de film echter opgeblazen, en de Flodders zijn niet verzekerd. De gemeente laat het huis herbouwen (terwijl de familie in Amerika zit) en de familie mag weer terugkeren om het experiment voort te zetten.

Opa wordt in Flodder buiten beeld overreden door een stoptrein. Aangezien de televisieserie en de derde film zich afspelen "tijdens" de eerste film, komt het personage ook voor in deze producties. In de aflevering Bijwerkingen kan hij opeens weer lopen en praten nadat Toet en Henkie Opa hebben opgegeven als proefkonijn voor een verjongingskuur om zodoende geld te verdienen. In de derde film blijkt hij alsnog te kunnen lopen. Mogelijk heeft hij zodoende het treinongeluk in de eerste film overleefd.